Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Tijdelijk verhuurde aanbouw eigen woning in box 1 belast

Geplaatst op: 02-05-2023, 14:15:52

Op het gastenverblijf van een belastingplichtig is de tijdelijke-verhuurregeling van toepassing, oordeelt de rechtbank Noord-Holland. De inkomsten uit het ter beschikking stellen van het gastenverblijf zijn terecht door de fiscus meegenomen in de aanslag.

De belastingplichtige en zijn partner zijn eigenaar van een woning. In 2016 breiden zij hun woning uit met een aanbouw. Deze aanbouw bestaat uit een bijkeuken met rechtstreekse toegang tot de hoofdwoning en een gastenverblijf. Het gastenverblijf bestaat uit een kamer waarin een keukenblok en een toilet/doucheruimte zijn geplaatst. De man verhuurt het gastenverblijf in 2018 via Airbnb aan toeristen.

De vraag is nu of de tijdelijke-verhuurregeling van toepassing is. De Belastingdienst is van mening dat de regeling voor tijdelijke verhuur van de eigen woning aan de orde is. In dat geval behoort 70% van de voordelen uit het verhuren van het woningdeel tot het inkomen uit eigen woning.

Gastenverblijf

De belastingplichtige stelt zich op het standpunt, dat het gastenverblijf niet deel uitmaakt van de eigen woning maar volledig op zichzelf staat. Verder vindt hij dat het gastenverblijf hem ook niet als hoofdverblijf ter beschikking staat, gezien de functie van het gastenverblijf en het feit dat hij er zelf geen gebruik van maakt als het leeg staat.

Evenmin vindt hij dat er sprake is van tijdelijke terbeschikkingstelling, omdat het gastenverblijf permanent voor de verhuur beschikbaar is, ook al zijn de afzonderlijke verhuurperiodes als kort aan te merken. Bij tijdelijke verhuur is namelijk van belang dat zekerheid bestaat dat de woning op korte termijn ter beschikking van de eigenaar komt. Met betrekking tot de inkomsten uit de verhuur van het gastenverblijf geeft de belastingplichtige primair aan dat deze niet onder de tijdelijke-verhuurregeling vallen.

Aanhorigheid

Over de vraag of het gastenverblijf (al dan niet als aanhorigheid) deel uitmaakt van de eigen woning en zo ja, of het de belastingplichtige anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat, bepaalde de Hoge Raad in een arrest van juli 1993 als volgt: ‘Het begrip ‘aanhorigheid’ dient te worden gedefinieerd als een gebouw dat bij de woning behoort, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is.’

De rechtbank oordeelt dat het gastenverblijf van de belastingplichtige bouwkundig deel uitmaakt van de woning; het is daaraan aangebouwd en behoort kadastraal tot dezelfde onroerende zaak.

Het gastenverblijf leent zich, gelet op de inrichting daarvan zoals die blijkt uit de foto’s in het dossier, ook voor gebruik in dienst van de woning. Voor zover het gastenverblijf niet al aangemerkt moet worden als bestanddeel van de woning, voldoet het daarom in ieder geval aan de definitie van aanhorigheid bij de woning.

Hoofdverblijf

Rest nog de vraag of het gastenverblijf de belastingplichtige anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking heeft gestaan in het onderhavige belastingjaar. De rechtbank is van oordeel dat dat het geval is. Het gastenverblijf is ingericht voor bewoning.

De belastingplichtige kan over het gastenverblijf beschikken, omdat hij (tezamen met zijn partner) kan bepalen of hij het gastenverblijf al dan niet voor een bepaalde (korte) periode verhuurt of zelf in gebruik neemt. In dit geval zijn de perioden van verhuur elk afzonderlijk korter, maar bij elkaar opgeteld langer dan twee maanden.

Dat hij in de praktijk niet zelf van het gastenverblijf gebruikmaakt, zoals hij stelt, maakt niet dat het gastenverblijf hem niet als hoofdverblijf ter beschikking staat, met uitzondering van de korte periodes waarin het gastenverblijf verhuurd is.  Het is immers als hoofdverblijf geschikt en hij kan het naar believen als zodanig gebruiken. Daardoor is sprake van tijdelijke verhuur. Een daadwerkelijk gebruik of functioneren als hoofdgebruik wordt door de wet niet vereist. 

Rechtbank Noord-Holland, 30-03-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:2875.

Bron: www.accountancyvanmorgen.nl van 1 mei 2023

Ga terug naar de vorige pagina